Difference between revisions of "NL/Documentation/How Tos/Calc: functie INTERVAL"
From Apache OpenOffice Wiki
< NL | Documentation | How Tos
Line 10: | Line 10: | ||
: <tt>'''klassen'''</tt> is één enkel kolombereik of matrix die getallen bevat in oplopende volgorde die de grenzen zijn van elke categorie. | : <tt>'''klassen'''</tt> is één enkel kolombereik of matrix die getallen bevat in oplopende volgorde die de grenzen zijn van elke categorie. | ||
− | : <tt>'''INTERVAL'''</tt> geeft één enkele kolommatrix terug, waarvan het eerste element het aantal waarden is van de waarden in <tt>'''gegevens'''</tt> die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de eerste waarde in <tt>'''klassen'''</tt>, de tweede waarde is het aantal waarden in <tt>'''gegevens'''</tt> dat groter | + | : <tt>'''INTERVAL'''</tt> geeft één enkele kolommatrix terug, waarvan het eerste element het aantal waarden is van de waarden in <tt>'''gegevens'''</tt> die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de eerste waarde in <tt>'''klassen'''</tt>, de tweede waarde is het aantal waarden in <tt>'''gegevens'''</tt> dat groter is dan de eerste waarde maar kleiner dan of gelijk aan de tweede in <tt>'''klassen'''</tt>, enzovoort. De teruggegeven matrix is één element groter dan <tt>'''klassen'''</tt>; het laatste element bevat het aantal waarden in <tt>'''gegevens'''</tt> die groter zijn dan de laatste waarde in <tt>'''klassen'''</tt>. |
− | : <tt>'''INTERVAL'''</tt> moet worden ingevoerd als een [[Documentation/nl/How_Tos/Using_Arrays|matrixformule]], door op ''' | + | : <tt>'''INTERVAL'''</tt> moet worden ingevoerd als een [[Documentation/nl/How_Tos/Using_Arrays|matrixformule]], door op de toetscombinatie '''Ctrl-Shift-Enter''' te drukken in plaats van op de toets '''Enter''' (of door het vakje ''Matrix'' aan te vinken als u de Formule-assistent gebruikt) om een matrix terug te geven. |
=== Voorbeeld: === | === Voorbeeld: === |
Revision as of 14:21, 29 December 2008
INTERVAL
Geeft een matrix terug die de waarden van de gegevens categoriseert met opgegeven intervallen.
Syntaxis:
INTERVAL(gegevens; klassen)
- gegevens is een bereik of matrix die numerieke gegevens bevat.
- klassen is één enkel kolombereik of matrix die getallen bevat in oplopende volgorde die de grenzen zijn van elke categorie.
- INTERVAL geeft één enkele kolommatrix terug, waarvan het eerste element het aantal waarden is van de waarden in gegevens die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de eerste waarde in klassen, de tweede waarde is het aantal waarden in gegevens dat groter is dan de eerste waarde maar kleiner dan of gelijk aan de tweede in klassen, enzovoort. De teruggegeven matrix is één element groter dan klassen; het laatste element bevat het aantal waarden in gegevens die groter zijn dan de laatste waarde in klassen.
- INTERVAL moet worden ingevoerd als een matrixformule, door op de toetscombinatie Ctrl-Shift-Enter te drukken in plaats van op de toets Enter (of door het vakje Matrix aan te vinken als u de Formule-assistent gebruikt) om een matrix terug te geven.
Voorbeeld:
=INTERVAL(A1:A11; B1:B5)
- indien ingevoerd als een matrixformule, waarbij de gegevenswaarden in A1:A11 zijn: 12,8,24,11,5,20,16,9,7,16,33 en de waarden in B1:B5 zijn: 5,10,15,20,25 geeft {1|3|2|3|1|1} terug. De eerste waarde is het aantal gegevenswaarden dat kleiner is dan of gelijks is aan 5, en de laatste waarde is het aantal gegevenswaarden dat groter is dan 25.
Zie ook:
Hoe matrices te gebruiken in Calc
Functies alfabetisch gerangschikt, 'Functies gerangschikt per categorie